Parlement: soepeler leennormen voor jonge woningkopers
Een meerderheid van de Tweede Kamer wil dat het kabinet zorgt voor soepeler hypotheekregels. Door de strenge Nibud-normen hebben starters moeite om een woning te kopen.
Uit verschillende recente publicaties blijkt dat het aantal jonge woningkopers afneemt. Als oorzaak worden de sinds de crisis aangescherpte leennormen genoemd. Een Kamermeerderheid stemde in met een CDA-motie die het kabinet oproept de normen voor vooral jonge huizenkopers te versoepelen. Het Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting (Nibud) houdt volgens het parlement ten onrechte geen rekening met de salarisontwikkeling.
Jongeren beginnen doorgaans met een laag salaris, maar groeien in relatief korte tijd naar een fors hoger inkomen. Deze salarisstijging rechtvaardigt een hogere hypotheek, aldus de CDA-kamerfractie. Ook de lagere energielasten zijn een reden dat mensen meer zouden mogen en kunnen lenen, aldus een meerderheid van Tweede Kamer. Overigens maakte het Nibud dit voorjaar bekend dat vanaf 2017 het salaris van een partner een positievere invloed heeft op de bepaling van het hypotheekbedrag.
Het kabinet stelt zich tot nu toe op het standpunt zich niet met de Nibud-normen te willen bemoeien. Bovendien gaan de leennormen invloedrijke partijen als DNB nog niet ver genoeg. De maximale leencapaciteit daalt in 2018 naar 100 procent. DNB, CPB en onlangs ook WRR (Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid) pleiten voor een maximale loan-to-value van 90 procent, zodat de woningmarkt en de woningkopers tegen een volgende crisis zijn opgewassen. Ontwikkelaar BPD meldde onlangs dat de gemiddelde woonlasten 37 procent van het huishoudensinkomen bedragen, 4 procentpunt hoger dan het Nibud wenselijk acht.
Bron: Vastgoedmarkt